Hier siehst du eine Lektion aus dem Kurs "A" wie Anfangen, eine Sprache zu lernen: Nimm diesen Kurs, um die Sprache systematisch zu lernen. Dieses Kapitel heißt:Lektion 12a: Dienstag (Fortsetzung)
Deutsch
Niederländisch
1
ich kaufe acht Paar Strümpfe
ik koop acht paar kousen
2
acht
acht
3
der Strumpf
de kous
4
die Strümpfe (pl)
de kousen (pl)
5
das Paar
het paar
6
ich kaufe neun Dosen Katzenfutter
ik koop negen blikjes kattenvoer
7
neun
negen
8
die Dose
de blik
9
das Katzenfutter
het kattenvoer
10
das Futter
het voer
11
ich kaufe zehn große Briefumschläge
ik koop tien grote enveloppen
12
der Briefumschlag
de envelop
13
groß
groot
14
die Briefumschläge (pl)
de enveloppen (pl)
15
ich kaufe elf kleine Tütchen mit verschiedenen Blumensamen
ik koop elf kleine zakjes met verschillende bloemenzaden
16
elf
elf
17
klein
klein
18
verschieden
verschillend
19
die Blume
de bloem
20
die Blumen (pl)
de bloemen (pl)
21
die Tüte
de zak
22
die Tüten (pl)
de zakken (pl)
23
das Tütchen
het zakje
24
die Tütchen (pl)
de zakjes (pl)
25
der Samen
het zaad
26
die Samen (pl)
de zaden (pl)
27
die Blumensamen (pl)
de bloemenzaden (pl)
28
ich kaufe zwölf Päckchen Streichhölzer
ik koop twaalf pakjes lucifers
29
zwölf
twaalf
30
das Päckchen
het pakje
31
die Päckchen (pl)
de pakjes (pl)
32
das Streichholz
de lucifer
33
die Streichhölzer (pl)
de lucifers (pl)
Willst du diese Wörter lernen?
(Um die Wörter lernen zu können, musst du Langdog Cookies erlauben)