Hier siehst du eine Lektion aus dem Kurs: "Gustav": Vorschlag zum Lernen von Wörtern aus verschiedenen Bereichen: Sätze und ihre Wortbestandteile, die zu einem bestimmten Thema passen.
Dieses Kapitel heißt: Auf dem Markt einkaufen
Dieses Kapitel heißt: Auf dem Markt einkaufen
| Deutsch | Niederländisch | |
| 1 | heute ist Markt | vandaag is het markt  |
| 2 | auf dem Marktplatz | op het marktplein |
| 3 | ich gehe gern auf den Markt | ik ga graag naar de markt |
| 4 | heute brauche ich Tomaten, Käse und Brot | vandaag heb ik tomaten, kaas en brood nodig |
| 5 | hier gibt es Tomaten | hier zijn er tomaten |
| 6 | da gibt es Käse | en daar is de kaas |
| 7 | und dort drüben gibt es Brot | en daar achter is er brood |
| 8 | wie viel kosten die Tomaten? | hoeveel zijn de tomaten? |
| 9 | 3,60 Euro das Kilo | 3,60 de kilo |
| 10 | die Tomaten sind heute aber sehr teuer! | de tomaten zijn vandaag erg prijzig! |
| 11 | geben Sie mir bitte ein Pfund Tomaten | ik zou graag een pond tomaten willen, alstublieft |
| 12 | das kostet 1.80 | dat is 1,80 |
| 13 | am Käsestand | bij de kaaskraam |
| 14 | ich möchte 300g Schafskäse mit Oliven und Knoblauch | ik neem 300g schapenkaas met olijven en knoflook |
| 15 | das kostet 6 Euro | dat zijn 6 euro |
| 16 | das ist auch teuer | dat is ook duur |
| 17 | aber es schmeckt sehr gut | maar het smaakt erg lekker |
| 18 | was ist das für ein Brot? | wat voor soort brood is dat? |
| 19 | das ist ein selbstgebackenes Bauernbrot | dat is een zelfgebakken boerenbrood |
| 20 | wie viel kostet dieses Brot? | hoeveel is het brood? |
| 21 | das Brot kostet 3 Euro | het brood kost 3 euro |
| 22 | dann hätte ich gerne dieses Brot | dan zou ik graag dit brood nemen |
1
heute ist Markt
vandaag is het markt
2
auf dem Marktplatz
op het marktplein
3
ich gehe gern auf den Markt
ik ga graag naar de markt
4
heute brauche ich Tomaten, Käse und Brot
vandaag heb ik tomaten, kaas en brood nodig
5
hier gibt es Tomaten
hier zijn er tomaten
6
da gibt es Käse
en daar is de kaas
7
und dort drüben gibt es Brot
en daar achter is er brood
8
wie viel kosten die Tomaten?
hoeveel zijn de tomaten?
9
3,60 Euro das Kilo
3,60 de kilo
10
die Tomaten sind heute aber sehr teuer!
de tomaten zijn vandaag erg prijzig!
11
geben Sie mir bitte ein Pfund Tomaten
ik zou graag een pond tomaten willen, alstublieft
12
das kostet 1.80
dat is 1,80
13
am Käsestand
bij de kaaskraam
14
ich möchte 300g Schafskäse mit Oliven und Knoblauch
ik neem 300g schapenkaas met olijven en knoflook
15
das kostet 6 Euro
dat zijn 6 euro
16
das ist auch teuer
dat is ook duur
17
aber es schmeckt sehr gut
maar het smaakt erg lekker
18
was ist das für ein Brot?
wat voor soort brood is dat?
19
das ist ein selbstgebackenes Bauernbrot
dat is een zelfgebakken boerenbrood
20
wie viel kostet dieses Brot?
hoeveel is het brood?
21
das Brot kostet 3 Euro
het brood kost 3 euro
22
dann hätte ich gerne dieses Brot
dan zou ik graag dit brood nemen
Willst du diese Wörter lernen?
(Um die Wörter lernen zu können, musst du Langdog Cookies erlauben)
